Bij het werken met numerieke informatie kan Google Spreadsheets worden gebruikt om berekeningen uit te voeren. In deze les leert u hoe u eenvoudige formules kunt maken voor het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen van waarden. U maakt ook kennis met de basisbeginselen van het gebruik van celverwijzingen in formules.
Maak eenvoudige formules
Een handige en tijdbesparende functie van Google Spreadsheets is de mogelijkheid om numerieke informatie voor u op te tellen, af te trekken, te vermenigvuldigen en te verdelen. Google Spreadsheets gebruikt wiskundige uitdrukkingen, formules genaamd, om deze berekeningen eenvoudig uit te voeren. Deze les richt zich op formules die een wiskundige operator bevatten.
Meestal gebruikt u het celadres in de formule. Dit wordt het gebruik van celverwijzingen genoemd. Het voordeel van het gebruik van celverwijzingen is dat u de waarde in de cel waarnaar wordt verwezen, kunt wijzigen en dat de formule automatisch opnieuw wordt berekend. Het gebruik van celverwijzingen in formules zorgt ervoor dat de waarden in uw formule correct zijn.
Wiskundige operatoren
Google Spreadsheets gebruikt standaardoperatoren voor formules: plusteken voor optellen (+), minteken voor aftrekken (-), asterisk voor vermenigvuldigen (*), schuine streep voor delen (/) en het dakje (^) voor de exponent.

Alle formules moeten beginnen met een gelijkteken (=). Dit komt omdat de cel de formule en de berekende waarde bevat (of gelijk is aan).
Gebruik celverwijzingen
Wanneer een formule een celadres bevat, wordt er gebruik gemaakt van een celverwijzing. Het maken van formules met celverwijzingen is handig omdat u numerieke waarden in cellen kunt bijwerken zonder dat u de formule hoeft te herschrijven.
Door wiskundige operatoren te combineren met celverwijzingen, kunt u veel eenvoudige formules maken in Google Spreadsheets. Formules kunnen ook een combinatie van een celverwijzing en een getal bevatten.

Formules maken
In het voorbeeld worden eenvoudige formules en celverwijzingen gebruikt om budgetten te helpen berekenen.
Hoe formules te maken
1. Selecteer de cel waarin de berekende waarde wordt weergegeven.
2. Typ het gelijkteken (=).
3. Voer het adres in van de cel waarnaar u als eerste wilt verwijzen in de formule. Er verschijnt een gestippelde rand rond de cel waarnaar wordt verwezen.
4. Voer de operator in die u wilt gebruiken. Typ bijvoorbeeld het plusteken (+).
5. Voer het adres in van de cel waarnaar u als tweede in de formule wilt verwijzen.
6. Druk op de Enter- toets op het toetsenbord. De formule wordt berekend en Google Spreadsheets geeft de resultaten weer.
Als u wilt zien hoe de formule opnieuw wordt berekend, probeert u de waarde van een van beide cellen te wijzigen. De formule geeft automatisch de nieuwe waarde weer.

Google Spreadsheets vertelt u niet altijd of een formule een fout bevat, dus u moet al uw formules controleren.
Hoe u formules maakt met behulp van de wijs-en-klik-methode
In plaats van celadressen te typen, kunt u de cellen aanwijzen en klikken die u in uw formule wilt opnemen.
1. Selecteer de cel waarin de berekende waarde wordt weergegeven.

2. Typ het gelijkteken (=).
3. Klik op de cel waarnaar u als eerste in de formule wilt verwijzen. Het adres van de cel die in de formule wordt weergegeven.

4. Voer de operator in die u in de formule wilt gebruiken. Typ bijvoorbeeld het vermenigvuldigingsteken (*).
5. Klik op de cel waarnaar u als tweede in de formule wilt verwijzen. Het adres van de cel die in de formule wordt weergegeven.

6. Druk op de Enter- toets op het toetsenbord. De formule wordt berekend en de waarde verschijnt in de cel.

Formules bewerken
Soms wilt u misschien een bestaand recept wijzigen. In het voorbeeld werd een onjuist celadres in de formule ingevoerd, dus dit moest worden gecorrigeerd.
1. Dubbelklik op de cel met de formule die u wilt bewerken. De formule wordt in de cel weergegeven.

2. Breng de gewenste wijzigingen aan in de formule. Vervang C4 bijvoorbeeld door C5.

3. Als u klaar bent, drukt u op de Enter- toets op uw toetsenbord. De formule wordt opnieuw berekend en de nieuwe waarde wordt in de cel weergegeven.
